Leiden is de mooiste stad van de wereld. Leidenaar, Raadslid en historicus Joost Bleijie gaat op zoek naar de mooiste plekken in de stad en de mooiste verhalen die achter de Leidse plekken, personen, gebeurtenissen of producten schuil gaan. Uiteraard maakt hij een Selfie op deze plek. Deze keer in Selfie met….: Kneppelhout
Het is een straat in de Leidse wijk Boshuizen die de Da Costastraat, de Frederik van Eedenlaan, de Lodewijk van Dijsselstraat en de Albert Verweijstraat kruist en uiteindelijk overgaat in de Lucebertstraat: de Kneppelhoutstraat. Niet verrassend gelegen in een wijk waar meer straten naar schrijvers genoemd zijn. Anders dan de andere schrijvers in de wijk, was Johannes Kneppelhout een geboren Leidenaar. Hij kwam in 1814 in de Sleutelstad ter wereld en zou zich ontwikkelen tot een van de bekendste Leidse schrijvers in de 19e eeuw.
Vanwege zijn rijke komaf was het niet gek dat Kneppelhout ging studeren. Uiteraard deed je dat in die tijd aan de universiteit van Leiden, zijn geboortestad. Hij ging rechten studeren en ging wonen aan Rapenburg 65. Kneppelhout kwam op een universiteit waar schrijven naast de studie steeds populairder werd. Veel andere studenten begonnen met schrijven en publiceren. Piet Paaltjens was hier een voorbeeld van. Kneppelhout gebruikte, ook volgens gebruik in die tijd, niet zijn eigen naam maar een schuilnaam of een pseudoniem. Hij noemde zichzelf Klikspaan. Die schuilnaam had ook betrekking op Kneppelhout zelf vond hij. Hij schreef namelijk veel over studenten, het studentenleven en de universiteit in die tijd. In zijn literaire werk klikte hij als het ware over zijn medestudenten. In zijn bekendste werk, Studententypes, schreef hij over 12 typen studenten die hij tot in detail beschreef. Hij begon met het type student dat het best omschreven kon worden als Klaploper. “Klaplopen” zo schreef Kneppelhout ‘is een belachelijke, kleingeestige zwakheid, een beklagenswaardige melaatsheid van de Studentenmaatschappij, maar zij geneest niet door het eten van gebedeld brood.’
Na de Klaploper volgden nog onder meer De Diplomaat, een type student die zich nogal verheven voelde boven de rest, de Student-Leidenaar, een uit Leiden afkomstige student die vanwege de priemende aanwezigheid van beide ouders niet echt van het studentenleven kon genieten; De Aflegger, ofwel de zoutzak die lusteloos en lui is en slechts zijn lichaam verplaatst; de zogenaamde Bivalva, een type student dat zich niet verzorgt en er dierlijk uitziet en eigenlijk niets wetenschappelijks of literairs had: ‘Het leeft, het voedt zich, het dierlijk leven gaat zijn gang, maar de ziel…!’; de Hoveling, het type student dat graag in de gratie wilde geraken van de professoren en daarbij over de ruggen van zijn medestudenten ging. Klikspaan schreef daarover: “Het spoor van zijn kar loopt over het lichaam van zijn broeders.” En er was nog de het type Flanor, ofwel de player, de regelaar, de uni-hunk, de student die altijd omringd was door het vrouwelijk schoon maar ook wel de intelligentie had om goed te kunnen studeren “Tussen al zijn zwierigheid en lust door studeert hij hard en veel, vooral in de vakanties.” Aan dit type door Klikspaan beschreven student hebben we het Flanorpad te danken. En als laatste natuurlijk de Praetor, de nerd, het stuutje, de ijverige met zo’n plakbandje die beide brilhelften bijeen houdt. Studententypen werd eerst in losse boekjes uitgegeven, later werd het als een boekje gebundeld. Het was meteen het bekendste werk van Kneppelhout die later nog wel verhalen publiceerde, maar die haalden het niet bij Studententypen. Zeer lezenswaardig en een buitengewoon mooie inkijk in het studentenleven in vervlogen tijden.
Foto 1 en 2: Bron Google Streetview, Wikipedia